Bezoek aan het Gallo-Romeins museum

Lowie vertelde over het Gallo-Romeinse museum. We waren heel nieuwsgierig en planden een bezoek! We kwamen er heel wat te weten en schreven een verslag!  Veel leesplezier!
                                                              

Met de teletijdmachine 500 000 jaar terug in de tijd…

Oertijd

In de oertijd leefden ze van de jacht en van het voedsel dat ze verzamelden. Ze aten de dieren op die ze hadden gedood. Ze aten ze rauw op. De mannen gingen op jacht. De vrouwen verzamelden bessen, noten, planten, wortels,…  Als ze geen voedsel meer vonden, trokken ze verder.

De huiden van de dieren gebruikten ze voor verschillende dingen.

Ze woonden in tenten die ze met stokken en dierenhuiden bouwden.  Als ze verhuisden, lieten ze de stokken staan. De vachten rolden ze op tot een soort rugzak. Die rugzak woog ongeveer zoveel als een kind, ongeveer 40kg.

Ze gebruikten ook dierenhuiden om kleding, schoenen, emmers,… te maken. Als draad gebruikten ze pezen van dieren. Ze maakten naalden uit de hoorn van een hert.

Hanneke, Kaat, Mythra en Emilie


 

Ze maakten allerlei werktuigen van steen; vuistbijl om bomen om te hakken, bijl om te graven, … Met vuursteen of silex maakten ze zelf vuur.

Hier leefden toen bizons, hazen, rendieren, paarden, mammoeten,… De mannen werkten samen om ze te vangen.  Bv door ze in een valkuil of moeras te laten lopen.

Vissen met een fuik

 


5 300 jaar geleden…

De tijd van de eerste boeren

De eerste boeren trokken niet meer rond, maar bleven op eenzelfde plek wonen. Ze hadden dus tijd om een lemen huis te bouwen, potten te bakken, …   Ze hielden dieren en plantten gewassen.

Koeien waren heel belangrijk voor hen! De koe trok de ploeg om het land te ploegen. Ze betaalden niet met geld, maar ze ruilden. In ruil voor een koe kon je heel wat andere dingen krijgen!  Een koe vonden ze ook een heel leuk geschenk. Maar de koeien waren ook belangrijk voor melk, koeienhuiden, vlees, draden, mest, bloed,…  De boeren dronken het bloed. Soms offerden ze een koe om hun goden gunstig te stemmen. De koeien sliepen bij de mensen in één huis.

Lars, Matthias en Anja


 
De Gallo-Romeinse tijd van 51vCh.   tot 486nC

Romeinse soldaat

De tweede graad ging naar het Gallo-Romeins museum. Daar moesten we een paar proefjes doen om een Romeins soldaat te worden. 

Eerst stelden ze vragen:

-          Spreek je Latijns?

-          Ben je ouder dan 17 jaar? Je moest minstens 17 zijn om soldaat te worden.

-          Ben je getrouwd?  Liefst geen getrouwde mannen! Die missen hun vrouw en kinderen anders te hard!

-          Kom je van het platteland?  Ze dachten dat mensen van het platteland goed konden werken, dus die mochten soldaat worden!

-         

Was je een vrouw of had je blauwe ogen, dan mocht je geen soldaat worden!

Daarna waren er allerlei proeven om te zien of we sterk en fit waren:

-          We moesten hinken, sit-ups doen, …

Als we geslaagd waren voor deze proeven, moesten we trouw zweren aan de Romeinse keizer.

 


Romeinse soldaten droegen:
 
-          Een tunica (kleed)
-          Sandalen
-          Riem met koperen gordelplaatjes
-          Een maliënkolder of harnas (zwaar! 13kg)
-          Steekzwaard: kort met scherpe  punt, ze steken de vijand in de buik
-          Een dolk
-          Een schild  (de schildknop beschermt de hand en dient ook om te duwen)
-          Helm met wangkleppen
Het Romeinse leger was veel sterker dan het Gallische leger. De Romeinen hadden slimmere vechttechnieken, bijvoorbeeld de schildpadformatie. De Romeinse soldaten kenden veel discipline of gehoorzaamheid. Als ze iets misdeden werden ze gestraft! (wc-stokje proper maken of de doodstraf,…
Ze hadden een betere vechtuitrusting dan de Galliërs.
 

 

Galliërs

Vroeger leefden de Eburonen in Tongeren. Het was een Gallische stam. 

De kledij van een Galliër bestond uit een broek met touw als riem, een mantel als het koud is, een helm, een schild een speer en een slagzwaard. Met dat slagzwaard onthoofdden ze hun vijand.  Sommige Galliërs vochten naakt! Sommigen droegen ook een halsring.


Ambiorix

Ambiorix was de leider van de Eburonen. De Eburonen waren een Gallische stam die lang geleden in onze streken leefden.

 


Ambiorix vertelde de leiders van het Romeinse leger dat een aantal stammen op weg waren om hen uit te moorden. De Romeinen schoten in paniek! Ze vertrokken snel!
Toen de Romeinen door een dal trokken, wachtten Ambiorix en zijn volk hen op! Ze vielen de Romeinen aan en doodden wel 7000 Romeinen!
Toen de Romeinse keizer Caesar dat hoorde, was hij heel boos en besloot wraak te nemen! Twee jaar later doodde het Romeinse leger alle Eburonen, behalve… Ambiorix! Ambiorix kon ontsnappen!
De Germaanse stam de Tungri kwamen hier wonen. Daarna stichtten de Romeinen de eerste stad in onze streken; deze stad heet nu Tongeren!
Tongeren is de oudste stad van ons land!
Eeuwen later kreeg hij een standbeeld in de stad Tongeren.
Samy, Thijs, Minne en Anja
 

 

Goden

De Romeinen geloofden in heel veel verschillende goden. Ze droegen amuletten omdat ze dachten dat het geluk bracht.  Later ontdekten de mensen de andere planeten. Ze gaven die planeten de namen van hun goden. We gaan nu een paar goden opnoemen: Neptunus,  Mercurius, Cupido en Mars.

Thijssen en Rune

 

Wat leerden we allemaal van de Romeinen?

- in bad gaan

- ze maakten vloeren met hele kleine steentjes, mozaïeken

 
wegenbouw

 
het schrijven


 

stenen huizen


 
 
geld


 

  sieraden
  het lezen


 
  paspoorten


 
  waterleiding

      
 
(Aquaducten)
de kalender

 
het leger


 

centrale verwarming


 

de klok



- …

Senne en Anne

 

De oude stad Tongeren
 


 

 

 

1 opmerking: